35 diepe vragen om aan jezelf of een dierbare te stellen

diepe vragen

Diepe vragen om aan jezelf of een dierbare te stellen.

  1. Wat wilde je vroeger worden?
  2. Beschrijf een ‘simple pleasure’.
  3. Geef je liever geld uit of spaar je liever?
  4. Wie vertrouw je het meest? Waarom?
  5. Wat zijn uw sterke punten in relaties ?
  6. Wat waardeer je het meest in relaties?
  7. Welke drie belangrijke dingen heb je geleerd van eerdere relaties?
  8. Welke vijf eigenschappen waardeer je het meest in (potentiële) partners?
  9. Hoe toon je compassie voor anderen? Hoe kun je datzelfde medeleven naar jezelf uitbreiden?
  10. Welke drie dingen werken goed in je huidige relatie? Wat zijn drie dingen die beter kunnen?
  11. In welke opzichten ben je een moeilijk persoon om een relatie mee te hebben?
  12. Welke grenzen zou je in je relaties kunnen stellen om je eigen welzijn te waarborgen?
  13. Wat wil je het liefst dat je (toekomstige) kinderen van je leren?
  14. Hoe kun je je dierbaren beter ondersteunen en waarderen?
  15. Wat betekent liefde voor jou? Hoe herken je het in een relatie?
  16. Noem drie dingen die je een vriend, familielid of partner zou willen vertellen.
  17. Is er iemand waarvan je spijt hebt dat je geen hij / zij niet meer in je leven is?
  18. Welke waarden vindt u het belangrijkst in het leven (eerlijkheid, rechtvaardigheid, altruïsme, loyaliteit, enz.)? Hoe stemmen uw acties overeen met die waarden?
  19. Welke drie veranderingen kun je aanbrengen om te leven volgens je persoonlijke waarden?
  20. Beschrijf jezelf met de eerste 5 woorden die in je opkomen.
  21. Wat waardeer je het meest aan je persoonlijkheid? Welke aspecten vind je moeilijker te accepteren?
  22. Onderzoek een paar meningen die je in het verleden had, maar die je sindsdien in twijfel hebt getrokken of hebt veranderd. Wat bracht je ertoe die mening te veranderen?
  23. Maak een lijst van drie persoonlijke overtuigingen die je bereid bent te heroverwegen of verder te onderzoeken.
  24. Maak deze zin af: “Mijn leven zou niet compleet zijn zonder…”
  25. Beschrijf een of twee belangrijke levensgebeurtenissen die je hebben gevormd tot wie je nu bent.
  26. Wanneer vertrouw je jezelf het meest? Wanneer vind je het moeilijker om op je instinct te vertrouwen?
  27. Welke drie dingen zou je het liefst willen dat anderen (geliefden, potentiële vrienden en partners, professionele kennissen, enz.) over jou weten?
  28. Welke moeilijke gedachten of emoties komen het vaakst bij je op?
  29. Welke emoties vind je het moeilijkst te accepteren? Hoe ga je om met deze emoties?
  30. Wanneer heb je voor het laatst gehuild?
  31. Beschrijf een keuze waar je spijt van hebt. Wat heb je ervan geleerd?
  32. Welke delen van het dagelijks leven veroorzaken stress, frustratie of verdriet? Wat kun je doen om die ervaringen te veranderen?
  33. Wat zijn drie dingen die een goed humeur onmiddellijk kunnen verstoren en je neerslachtig kunnen maken?
  34. Als je zou moeten kiezen tussen een fijn gezinsleven en een middelmatige carrière of een succesvolle carrière en een middelmatig gezinsleven. Wat zou je kiezen?
  35. Voel je je meer aangetrokken tot een nomadisch of gesetteld leven?